Column Bart Obbels : 'Vanuit het duivennest... Dwepen met Rik en Wout' 'De zomer van 2021 is nooit een zomer geweest. Regen en wind heersten. Geen zon om de batterijen terug op te laden. Dat belooft voor het najaar. En toch zullen bepaalde dagen en momenten ons bijblijven. Onvermijdelijk omwille van het onheil dat geladen werd door overstromingen en andere bosbranden, maar evenzeer omwille van de glorie van enkele sporters.
Olympisch eremetaal is voor de eeuwigheid. Ieder van deze helden verdient het te worden bewierookt, maar we beperken ons tot de held in ons midden, Wout van Aert. Het zilver in de wegrit was een bekroning van alweer een verbluffende reeks sterke prestaties, teveel om op te sommen. Wout beitelde zijn naam in de Mont Ventoux, won het officieuze wereldkampioenschap sprint op de Champs-Elysées en vul zelf maar aan. Van Aert is volwassen geworden en bepaalt allicht ook de komende jaren de windrichting in het profpeloton.
Niet zo heel lang geleden omschreven we hem in deze column als de prins die stilaan uit de schaduw van de keizer van Herentals kwam. Van het palmares van Rik Van Looy zal hij nog een tijdje moeten blijven dromen, maar de kracht in de benen en het oersterke karakter zitten al wel in de doorsnede van beide Kempenaren.
Beide zijn woonachtig in Herentals, maar hun roots liggen respectievelijk in Grobbendonk en Lille. Voor Van Looy werd onlangs op het Astridplein in Grobbendonk een prachtig borstbeeld, in brons gegoten door kunstenaar Willy Smolders, onthuld (foto). Grobbendonk is fier op Rik Van Looy en dat respect is wederzijds. Van Looy weet dat Eisterlee zijn heimat is. Zoveel las ik onlangs in een boek dat ik vond in de bibliotheek van mijn vader. 'Ik Rik' is een eerder dun boek van de hand van ex-sportjournalist Rob Jans en geschreven in 1972 toen Van Looy nog niet zo heel lang zijn fiets aan de haak had gehangen. Het boek is geenszins een beschrijving van zijn talloze zeges, maar laat de wielerkampioen ongebonden vertellen over doping, omkoperij, geld, sportdirecteurs, sponsering, ontspanning en gezinsleven.
Boeiend van de eerste tot en met de laatste pagina omdat Rik geen blad voor de mond neemt en we heel wat te weten komen over de mens Van Looy zelf en dan vooral over zijn jeugd. Van Looy was dertien toen 'Jan Gazet' in Grobbendonk zijn krantenronde opgaf en de vader van Rik daarin een broodwinning zag voor zijn twee zoons. 'Ik haatte het zware vehikel met voor- en achterop dikke pakken kranten die het sturen bijna onmogelijk maakten', omschreef Rik zijn afkeer destijds van het fietsen. En: 'Om drie uur liep de wekker af om kranten te halen aan De Lindekens om vervolgens onze toer door Grobbendonk, Vorselaar, Pulle en Pulderbos te maken. Koud, regen, ijzel... elke dag opnieuw. Zo leer je op de tanden bijten', beschreef de knaap zijn job. Het hoeft geen betoog dat de latere wielerroem van Rik Van Looy grotendeels de vrucht was van zijn 'harde' jeugd.
Rik was onlangs bij de inhuldiging van zijn borstbeeld in Grobbendonk enorm blij met de geste. Zeker na de dood van zijn geliefde Nini begin dit jaar blijft Rik liever op de achtergrond. Er is een tijd van komen en gaan, hoe wreed deze woorden ook klinken. Ook in de sport, al staaft het standbeeld op de Markt in Herentals en nu ook het borstbeeld in Grobbendonk dat grote kampioenen blijven bestaan. In de Kempen en ver erbuiten geniet Rik Van Looy eeuwige roem.
Van van Aert worden nog geen borstbeelden in brons gegoten. Hoeft ook niet en als dat ooit moest gebeuren, zal hij ook het komende decennium klassiekers, kampioenschappen en ritzeges in grote rondes op zijn naam moeten blijven schrijven. Gebeurt dat niet, dan is dat maar zo. Van Aert in de weegschaal leggen met Van Looy is daarenboven niet aan de orde. Andere tijden, andere benadering van de wielersport.
Tot slot nog even dit: Wat beiden eveneens gemeen hebben, is dat ze door hun prestaties nooit naast hun schoenen zijn gaan lopen. Jongens uit en van het volk, weet je. De massa Kempense wielerliefhebbers dweepten destijds met Rik Van Looy, hun zonen en kleinkinderen vandaag met Van Aert. Mooi toch!'
Journalist Bart OBBELS / Nnieuws/ Foto's Guy Verellen.